> Other Dutch exercises on the same topic: BE, HAVE, DO, DID, WAS... [Change theme]
	> Similar tests: - Hebben / zijn - Auxiliaries - Auxiliaries - Auxiliaries - Imperfect-Zijn / Hebben - Present to be (zijn) and to have (hebben) - Present-hebben & zijn - Kunnen / mogen
	> Double-click on words you don't understand

Auxiliaries: hebben/zijn ?

Twitter Share
Dutch exercise "Auxiliaries: hebben/zijn ?" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. Gisteren hebbenzijnI don't know we hier geweest, maar zij was er niet.

2. IsHeeftI don't know het plan gelukt ?

3. Er werd flink gefeest; de hele avond zijnhebbenI don't know we gedanst.

4. We hebbenzijnI don't know die namiddag niet gezwommen.

5. Toen hij het gevaar zag, ishebbenI don't know hij daarvandaan gezwommen.

6. Zij heeftisI don't know hard gelopen.

7. Ze zijnhebbenI don't know net op tijd gekomen.

8. We hebbenzijnI don't know de hele dag gemarcheerd.

9. We hebbenzijnI don't know naar hem toe gemarcheerd.

10. We hebbenzijnI don't know niet zo laat buiten gebleven.