> Other Dutch exercises on the same topic: Conjunctions [Change theme]
	> Similar tests: - Toen / als? - Linking words - Daarna, na / nadat? - Toen / Als - Als, dan / toen? - Subordinate clauses - En/want... - Subordinate clauses
	> Double-click on words you don't understand

Subordinate clauses

Twitter Share
Dutch exercise "Subordinate clauses" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. als dat hoewel nadat nu of omdat terwijl toen zodra I don't know hij opstond, had zijn moeder het ontbijt al klaargemaakt.

2. De bediende mag geen vakantie opnemen in augustus, als dat hoewel nadat nu of omdat terwijl toen zodra I don't know niemand tijdens het hoogseizoen vakantie mag opnemen.

3. Kom je morgen bij mij, als dat hoewel nadat nu of omdat terwijl toen zodra I don't know je tijd hebt ?

4. We vragen ons af als dat hoewel nadat nu of omdat terwijl toen zodra I don't know ze het leuk vindt in haar nieuwe huis.

5. De schooldirecteur merkte als dat hoewel nadat nu of omdat terwijl toen zodra I don't know Godelieve niet hard werkte

6. als dat hoewel nadat nu of omdat terwijl toen zodra I don't know Carla een bad had genomen, ging ze slapen.

7. als dat hoewel nadat nu of omdat terwijl toen zodra I don't know we verloren hebben, komen we toch in de competitie.

8. als dat hoewel nadat nu of omdat terwijl toen zodra I don't know hij geopereerd is, voelt Jan zich beter.

9. Ik zal afwassen, als dat hoewel nadat nu of omdat terwijl toen zodra I don't know jij de was ophangt.

10. als dat hoewel nadat nu of omdat terwijl toen zodra I don't know het niet meer regent, gaan we naar het strand.