> Other Dutch exercises on the same topics: Idioms | Prepositions [Change theme]
	> Similar tests: - Prepositions - Zijn - Prepositions - Om te/voor - Prepositions - Verbs + Prepositions - Idioms containing prepositions - Daarna, na / nadat?
	> Double-click on words you don't understand

Prepositions

Vul in

Twitter Share
Dutch exercise "Prepositions" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

Het regent aan in met naar op over tegen uit van voor I don't know de stad.
Het weer is te slecht om aan in met naar op over tegen uit van voor I don't know straat te lopen.
Een paar mensen haasten zich aan in met naar op over tegen uit van voor I don't know huis.
Een kleine jongen draagt een oude jas die hem niet aan in met naar op over tegen uit van voor I don't know de regen beschermt.
Hij is arm en heeft honger, en daar aan in met naar op over tegen uit van voor I don't know hem staat een oliebollenkraam.
Oliebollen, roept de dikke man aan in met naar op over tegen uit van voor I don't know de kraam.
De jongen wil wel een paar aan in met naar op over tegen uit van voor I don't know die oliebollen, maar hij heeft geen geld.
Een man staat aan in met naar op over tegen uit van voor I don't know een kist appels aan in met naar op over tegen uit van voor I don't know de overkant van de straat. Hij geeft hem een appel.
De jongen is tevreden en hij helpt de koopman zijn kisten te dragen. Hij trekt zich goed aan in met naar op over tegen uit van voor I don't know de slag.

Vrij naar Anne de Vries - Ratje.