> Other Dutch exercises on the same topic: BE, HAVE, DO, DID, WAS... [Change theme]
	> Similar tests: - Hebben / zijn - Auxiliaries - Auxiliaries - Auxiliaries - Imperfect-Zijn / Hebben - Present to be (zijn) and to have (hebben) - Present-hebben & zijn - Kunnen / mogen
	> Double-click on words you don't understand

Auxiliaries : hebben / zijn ?

Twitter Share
Dutch exercise "Auxiliaries : hebben / zijn ?" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. Mijn tante heeft is I don't know al drie keer naar Engeland gegaan.

2. Moeder heeft is I don't know gisteren een nieuwe mantel gekocht.

3. De vertegenwoordiger heeft is I don't know de directeur nog niet kunnen ontmoeten.

4. De secretaresse heeft is I don't know weggegaan omdat ze zich ziek voelde.

5. Mijn vriend heeft is I don't know gisteravond naar Oostende gefietst.

6. Weet je dat haar broer nooit heeft is I don't know willen trouwen ?

7. Gisteren heeft is I don't know mijn dochter een vriendelijke jonge dame ontmoet.

8. Wanneer heeft is I don't know hij overleden ?

9. De directeur heeft is I don't know naar Amsterdam gereden.

10. Diana heeft is I don't know bijna elke week haar ouders komen bezoeken.