> Other Dutch exercises on the same topic: Conjunctions [Change theme]
	> Similar tests: - Toen / als? - Linking words - Daarna, na / nadat? - Toen / Als - Als, dan / toen? - Subordinate clauses - En/want... - Subordinate clauses
	> Double-click on words you don't understand

Conjunctions

Twitter Share
Dutch exercise "Conjunctions" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. Thuis was ik af, Al Als dat doordat hoewel omdat terwijl voordat waardoor zodat I don't know mijn broer afdroogt.

2. Ze knipte het licht aan, Al Als dat doordat hoewel omdat terwijl voordat waardoor zodat I don't know het licht van het vuur onvoldoende was.

3. De klepel slaat tegen de klok, Al Als dat doordat hoewel omdat terwijl voordat waardoor zodat I don't know luide klanken ontstaan.

4. Al Als dat doordat hoewel omdat terwijl voordat waardoor zodat I don't know had hij broers en zusjes, hij was toch meestal alleen.

5. Floris wilde eerst overleggen met zijn vriend, Al Als dat doordat hoewel omdat terwijl voordat waardoor zodat I don't know hij een beslissing nam.

6. De juf zei Al Als dat doordat hoewel omdat terwijl voordat waardoor zodat I don't know iedereen weer op zijn plaats moest gaan zitten.

7. Het treinongeval gebeurde Al Als dat doordat hoewel omdat terwijl voordat waardoor zodat I don't know het zo veel regende.

8. Al Als dat doordat hoewel omdat terwijl voordat waardoor zodat I don't know je iemand te veel geeft of helpt, wordt hij vaak ondankbaar.

9. Waar kan ik die brief uithangen, Al Als dat doordat hoewel omdat terwijl voordat waardoor zodat I don't know hij hem kan lezen.

10. Hij zat altijd zonder geld, Al Als dat doordat hoewel omdat terwijl voordat waardoor zodat I don't know hij goed betaald werd.