> Other Dutch exercises on the same topics: Adverbs | Conjunctions [Change theme]
	> Similar tests: - Adverbs - Adverbs: where shall I put it - Pronominal adverbs - Toen / als? - Linking words - Pronominal adverbs - Pronominal adverbs - Personal pronouns/Pronominal adverbs
	> Double-click on words you don't understand

Of, als, zo...

Twitter Share
Dutch exercise "Of, als, zo..." created by rejane with The test builder. [More lessons & exercises from rejane]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. als of wel zo I don't know ik Rex wil uitlaten?

2. Ja hoor, als of wel zo I don't know je het druk hebt, ga ik Rex uitlaten.

3. Hij is als of wel zo I don't know 'n lieve hond!, zeg ik.

4. Ik vraag me af als of wel zo I don't know het gaat regenen.

5. De lucht ziet er als of wel zo I don't know dreigend uit, zegt mijn vriendin.

6. als of wel zo I don't know het regent, zal ik mijn regenjas aantrekken, antwoord ik.

7. Weet je als of wel zo I don't know de kruidenier nog open is, vraagt ze.

8. Ik denk van als of wel zo I don't know ! Het is nog geen zeven uur.

9. als of wel zo I don't know ja, kun je brokjes voor de kat kopen, alsjeblieft?

10. Natuurlijk als of wel zo I don't know !

11. Ik heb geen kleingeld, zegt ze. - Ik als of wel zo I don't know, geen probleem.

12. Let op voor de hond als of wel zo I don't know er onweer is.

13. Hij is als of wel zo I don't know bang voor donder en bliksem!

14. Tot straks! Kom Rex, als of wel zo I don't know je braaf bent, zal je een koekje krijgen.