Learn dutch 100% free
Log in!

Click here to log in
New account
Several accounts created on all our sites.
JOIN our free club and learn for free now!

  • Home
  • Report a bug


  •  


    Learn Dutch > Dutch lessons and exercises > Dutch test #107650
    > Other Dutch exercises on the same topics: Present participle | Past | Several tests | Present [Change theme]
    > Double-click on words you don't understand.


    Tenses


    Vul de juiste werkwoordvormen in.





    Twitter Share
    Dutch exercise "Tenses" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
    Click here to see the current stats of this Dutch test

    Please log in to save your progress.


    1. Heb je dat nu al (uitrekenen)?

    2. De dames bekeken de bloem en (spelden) ze op hun bloesje.

    3. De muziek speelde en de mensen (beginnen) te dansen.

    4. Ik heb hem een witte anjer (aanbieden).

    5. Wat heb je nu (doen)?

    6. Net gisteren (zijn) Gerda ziek geworden.

    7. Heb ik je dat al (vertellen)?

    8. Verleden week (zitten) het hondje nog voor het raam.

    9. In de zomer (doen - présent) je natuurlijk aan sport.

    10. Ik ben nog niet (beginnen).










    End of the free exercise to learn Dutch: Tenses
    A free Dutch exercise to learn Dutch.
    Other Dutch exercises on the same topics : Present participle | Past | Several tests | Present | All our lessons and exercises