> Other Dutch exercises on the same topic: Present [Change theme]
	> Similar tests: - Animals(1)-sounds - Netherlands (14) - Present - Zijn - Present: hebben - Imperfect - Present - Present-particles
	> Double-click on words you don't understand

Present

Twitter Share
Dutch exercise "Present" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. Hij (praten) zonder erbij na te denken.

2. Ik (begaan) geen tweede keer dezelfde fout.

3. Jij (pakken) de zaak verkeerd aan.

4. Als men iemand kwaad (willen) doen, vindt men gemakkelijk een voorwendsel.

5. Johnson (blijven) in bed liggen, hij is zo moe!

6. In haar brief (klagen) Mia over haar broer.

7. Het voorzetselvoorwerp (behoren) tot de zinskern.

8. De leraar (sporen) je aan tot het leren van je les.

9. Ik (verfrissen) me in het koele water.

10. Vader (lezen) graag romans.