> Other de néerlandais exercises on the same topic: BE, HAVE, DO, DID, WAS... [Change theme]
	> Similar tests: - FLE : AVOIR au présent - Participe passé-Bilan complet - Present: Verb Avoir - Auxiliaries : Avoir or Être? - Être et avoir au présent - Conjugaison : Accord du participe passé -auxiliaire avoir - Avoir ou être-choix de l'auxiliaire - FLE-Être et Avoir à l'impératif
	> Double-click on words you don't understand

Hebben / zijn

IK	ben	heb
JE	bent	hebt
U ( forme polie )	bent	hebt
HIJ / ZE,  / HET	is	heeft
WE	zijn	hebben
JULLIE	zijn	hebben
ZE	zijn	hebben

WARNING Ben je ? Heb je ? 

Beginners Twitter Share
de néerlandais exercise "Hebben / zijn" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this de néerlandais test

Please log in to save your progress.

1. Mijn broer niet gekomen.

2. Wij een mœilijk probleem opgelost.

3. je het nieuwe boek van Harry Potter al?

4. u een nieuw huis gekocht, mijnheer?

5. Het een plezier om naar je te luisteren.

6. Ik blij dat je morgen komt.

7. We moe want het is al laat.

8. Jullie veel prentenboeken.

9. De meisjes gaan dansen.

10. hij al een Ipod?