Learn Dutch > Dutch lessons and exercises > Dutch test #28958

	> Other Dutch exercises on the same topic: BE, HAVE, DO, DID, WAS... [Change theme]
	> Similar tests: - Hebben / zijn - Auxiliaries - Auxiliaries - Auxiliaries - Imperfect-Zijn / Hebben - Present to be (zijn) and to have (hebben) - Present-hebben & zijn - Kunnen / mogen
	> Double-click on words you don't understand

Kunnen/Kennen/Weten/Vernemen...

1. KUNNEN / WETEN TE

Hij kan Nederlands spreken.

Ze weet te zwijgen als het nodig is.

2. KENNEN .

De leerling kent zijn les. è L'élève connaît sa leçon.

3. WETEN

Ze wist niet dat haar zoon vandaag kwam.

4. VERNEMEN (written Dutch) ou HOREN (spoken Dutch) / TE WETEN KOMEN

Ik heb vernomen dat mijn tante gaat verhuizen.

Spoken : Ik heb gehoord dat mijn tante gaat verhuizen.

Ik ben van mijn zus te weten gekomen dat ze zwanger is.

Twitter Share
Dutch exercise "Kunnen/Kennen/Weten/Vernemen..." created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. Men de vogel aan zijn veren.

2. Cindy piano spelen.

3. Ik dat hij geen tijd meer heeft om te dineren.

4. je die geschiedenis ?

5. Moeder altijd wanneer haar dochter liegt.

6. Heb je al dat de dochter van Julia gaat trouwen ? (de façon formelle)

7. Ik laat u dat ik morgen niet zal komen.

8. Hoe is dat mogelijk ? Ze nog steeds geen Nederlands !

9. Bartje al goed lezen, maar met schrijven heeft hij nog problemen.

10. Ik hem al langer dan vandaag.

End of the free exercise to learn Dutch: Kunnen/Kennen/Weten/Vernemen...
A free Dutch exercise to learn Dutch.
Other Dutch exercises on the same topic : BE, HAVE, DO, DID, WAS... | All our lessons and exercises