Learn Dutch > Dutch lessons and exercises > Dutch test #29821

	> Other Dutch exercises on the same topics: Frequent mistakes \| Idioms [Change theme]
	> Similar tests: - Verbs "kennen" / "kunnen" - Count - Geleden, verleden / vorig - Business (19)- Accountancy (4) - Likes - Doen-maken-laten - False friends : maken / doen - False friends
	> Double-click on words you don't understand

Heten/Noemen

heten	Ik heet Marie.
noemen	Ze noemt mij bij mijn voornaam.
vragen - roepen	Hij wordt op de administratie gevraagd.
roepen	Wil je je vader roepen, het is tijd om te eten.
opbellen - telefoneren - oproepen	Wil je hem morgen opbellen ?

Use the present.

Twitter Share
Dutch exercise "Heten/Noemen" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. Ik heet Nathalie. Hoe jij ?

2. Iemand van jullie – ik zal geen namen - heeft mij slechte informatie doorgegeven.

3. Als je heel hard zal ik je wel horen.

4. Kun je me straks ?

5. Hoeveel u nog voor die auto ? € 2.000.

6. Zij kwam vlug de trap afgelopen en “Brand ! Brand !”. (imparfait)

7. Ik zal je morgen om 3 uur

8. eens een beroemde schilder.

9. Ik wil je iets , maar als je niet wil, hoef je niet te antwoorden.

10. Weet jij hoe dit ding ?

End of the free exercise to learn Dutch: Heten/Noemen
A free Dutch exercise to learn Dutch.
Other Dutch exercises on the same topics : Frequent mistakes | Idioms | All our lessons and exercises