> Other Dutch exercises on the same topic: BE, HAVE, DO, DID, WAS... [Change theme]
	> Similar tests: - Hebben / zijn - Auxiliaries - Auxiliaries - Auxiliaries - Imperfect-Zijn / Hebben - Present to be (zijn) and to have (hebben) - Present-hebben & zijn - Kunnen / mogen
	> Double-click on words you don't understand

Hebben / zijn ?

DE  WERKWOORDEN  : HEBBEN   &    ZIJN

Present

Twitter Share
Dutch exercise "Hebben / zijn ?" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. Ik een broer. Hij heet Jan.

2. We blij !

3. Hoe oud je ?

4. Hij 12 (jaar oud).

5. Dat de balpennen van Jan .

6. Ze een zus ! Ze heet Marieke.

7. Hij dorst. Hij drinkt een cola.

8. Piet en Frans een hond.

9. Ze honger ! Een snoepje alsjeblieft.

10. Deze oefening gemakkelijk !