> Other Dutch exercises on the same topic: Subordinate clauses [Change theme]
	> Similar tests: - Relative clauses - Subordinate clauses - Subordinate clauses - Relative clauses (2) - Infinitive clauses - Subordinate clauses - Relative pronouns - Toen / als
	> Double-click on words you don't understand

Subordinate clauses

Twitter Share
Dutch exercise "Subordinate clauses" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

Click on words to build sentences. Click on boxes to start again.


1.Ik kan niet mee op vakantie,

heb.

omdat

geld

ik

geen

2.Peter gaat niet naar bed,

is.

nog

vroeg

het

omdat

3.Ik heb een brief ontvangen,

voor

uitnodigt

waarin

me

de

directeur

een

afspraak.

4.Jockeys doen mee aan wedstrijden,

de

rennen.

mogelijk

waarbij

hard

paarden

zo

5.De kinderen gaan vandaag niet fietsen,

hard

omdat

regent.

te

het

6.Ik vind

in

het

komt.

handen

goede

niet

dat

geld

7.Ik denk

komedie

dat

hij

speelt.

8.Ik vroeg me af

mijn

in

waren.

zaken

orde

of

9.Hij vertelt hem

gebeurd

vandaag

wat

er

is.

10.Hij houdt op met werken,

als

genoeg

geld

hij

heeft.