> Other Dutch exercises on the same topics: Nouns | Plural | Quantities [Change theme]
	> Similar tests: - Plural 2:-S - Indefinite pronouns - Chocolate - Quantities - Adjectives - Om te/voor - Plural - Plural (irregular)
	> Double-click on words you don't understand

Plural: quantities

Twitter Share
Dutch exercise "Plural: quantities" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. De film duurt maar drie kwartierskwartierenkwartierI don't know

2. Ik ga twee keerkerenI don't know per week naar de bioscoop.

3. De snelheid op de wegen is negentig kilometerskilometerI don't know per uur.

4. Hij is niet zo jong meer : hij is al over de vijftig jaarjarenI don't know

5. Hij werkt uururenI don't know lang.

6. Fred is met een paar vriendenvriendI don't know naar het zwembad gegaan.

7. Ik blijf hier twee jaarjarenI don't know

8. In Egypte zijn mummies gevonden die duizenden jaarjarenI don't know in goede staat gebleven zijn.

9. We waren vijf uururenI don't know onderweg.

10. Luik ligt op ongeveer honderd kilometerkilometersI don't know van Brussel.