Learn Dutch > Dutch lessons and exercises > Dutch test #40982

	> Other Dutch exercises on the same topic: Grammar [Change theme]
	> Similar tests: - Grammar - Infinitive - Hard sentences - ER IS ... ER ZIJN - Easy sentences - Build these sentences - Sentences with ER - Build these words (1)
	> Double-click on words you don't understand

Grammatical words

het naamwoordelijk gezegde het werkwoordelijk gezegde	Dit huis is mooi. We bouwen een huis.
het onderwerp	De bediende is afwezig.
het lijdend voorwerp	Hij eet een boterham.
het meewerkend voorwerp	Ik ben blij voor mijn moeder .
de bijwoordelijke bepaling van oorzaak	Er lag ijzel, daardoor was de weg gevaarlijk geworden.
de bijwoordelijke bepaling van plaats	Hier wordt Nederlands gesproken.
de bijwoordelijke bepaling van tijd	Vandaag ga ik naar Brussel.
de bijstelling	We hebben er een kaaiman gezien, zo'n soort krokodil.
bijvoeglijke bepaling	Het huis van mijn tante is te koop.
	het agens voorwerp (PB) het handelend voorwerp (B)	Dat plan werd door de directeur opgesteld

Twitter Share
Dutch exercise "Grammatical words" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. Mijn zus speelt toneel voor haar vriendinnetje.

2. Bob houdt van appels en peren.

3. Peter, mijn oudste broer, studeert geneeskunde.

4. 's Avonds drinken we een glas melk.

5. Vader leest altijd de krant na het eten.

6. Plots vloog in de kamer een raam open.

7. Jans vader is ziek .

8. Eet je Edammer kaas ?

9. Het boek wordt door de leraar gelezen.

10. We vertrekken morgen naar zee.

End of the free exercise to learn Dutch: Grammatical words
A free Dutch exercise to learn Dutch.
Other Dutch exercises on the same topic : Grammar | All our lessons and exercises