> Other Dutch exercises on the same topic: | Comparisons [Change theme]
	> Similar tests: - Superlatives - Adjectives-comparisons - Adjectives-comparisons - Adjectives-comparisons - Comparatives of superiority - Comparing - Comparatives - Adjectives-comparisons
	> Double-click on words you don't understand

Comparing

Twitter Share
Dutch exercise "Comparing" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. De zoute smaak van de zee is (scherp) dan

2. de (bitter) geur van de bomen.

3. Op het (hoog) punt zal ze de auto stoppen om van het landschap te genieten.

4. Hij strekte zijn benen (ver) naar het vuur.

5. Ze zag er (oud) uit dan veertig jaar oud.

6. Hoe (vlug) we met hem praten,

7. hoe (goed) het is.

8. Hij nam de (kort) route en naderde tegen elf uur de stad.

9. Wie spreekt het (goed) Nederlands ?

10. Ik zou (graag) naar Amerika willen vliegen.