> Other Dutch exercises on the same topic: Subordinate clauses [Change theme]
	> Similar tests: - Relative clauses - Subordinate clauses - Subordinate clauses - Subordinate clauses - Relative clauses (2) - Infinitive clauses - Subordinate clauses - Relative pronouns
	> Double-click on words you don't understand

Subordinate clauses

Twitter Share
Dutch exercise "Subordinate clauses" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. Ik vraag me af alle papieren wel in ordre zijn.

2. Iedereen was opgewonden de minister onze firma bezocht.

3. Ik zal u uitleggen het is gebeurd.

4. Hij droeg een oranje T-shirt en een ketting een medaillon bungelde.

5. ik geen lid van deze club ben, heb ik er al met vrienden gegeten.

6. Het was een gezicht hij zich nog uit zijn kinderjaren herinnerde.

7. je hout gaat verven, moet je het eerst schuren.

8. Ze kocht nieuwe pantoffels ze er voorlopig maar één kon gebruiken.

9. Wat is er nog gebeurd, we weg waren ?

10. De mensen hier wonen gaan tijdens de zomer niet langs het strand wandelen.