Learn dutch 100% free
Log in!

Click here to log in
New account
Several accounts created on all our sites.
JOIN our free club and learn for free now!

  • Home
  • Report a bug


  •  


    Learn Dutch > Dutch lessons and exercises > Dutch test #46462
    > Other Dutch exercises on the same topic: Relative sentences [Change theme]
    > Similar tests: - Relative clauses - Relative pronouns - Subordinate clauses - Relative clauses (2) - Relative pronouns - Relative pronouns - Relative pronouns - Relative pronouns
    > Double-click on words you don't understand


    Relative pronouns






    Twitter Share
    Dutch exercise "Relative pronouns" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
    Click here to see the current stats of this Dutch test

    Please log in to save your progress.


    1. De weg ze nu volgden was één auto breed.

    2. Ze reden langs het station van Puurs, de weg naar links draaide.

    3. De bank ze zit is niet comfortabel.

    4. Haar kinderkleren lagen in een koffer zich ook oud speelgoed bevond

    5. De kamer heeft vier smalle vensters, bovenaan halfrond zijn.

    6. 'Twee kilometer ':stond er op het bord het meisje gezien had.

    7. Hij dacht aan het witte poeder gevallen was

    8. en niets meer te zien was.

    9. Die blouse is van mijn dochter, in Parijs woont.

    10. Hij kijkt niet naar het meisje naast hem staat.










    End of the free exercise to learn Dutch: Relative pronouns
    A free Dutch exercise to learn Dutch.
    Other Dutch exercises on the same topic : Relative sentences | All our lessons and exercises