Learn dutch 100% free
Log in!

Click here to log in
New account
Several accounts created on all our sites.
JOIN our free club and learn for free now!

  • Home
  • Report a bug


  •  


    Learn Dutch > Dutch lessons and exercises > Dutch test #55215





    > Other Dutch exercises on the same topics: The weather | Nature [Change theme]
    > Similar tests: - Weather - Forest - Months & seasons - Seasons - Netherlands: water - Earth & nature - Flowers - Weather
    > Double-click on words you don't understand


    Winter activities


    Winterpret


        


     

     

     

      

    De winter.

    Het is ijskoud !

    Het sneeuwt.

     Het vriest.

     



     

    De temperaturen zijn negatief !

    IJsschaatsen.

    Sneeuwballen gooien.

    Een sneeuwman maken.

     

      

    De slee / sleeën(pluriel+verbe).

    De ski('s) /skiën.(verbe)

    Langlaufen.

    De snowboard(s) / snowboarden(verbe).

     

     

    De wintersport.

    De laars /twee laarzen.

    De handschoen (en).

    De sjaal / sjaals.

     

     

     

    De want (en).

    De dikke trui (en).

    De winterjas (sen).

    De muts (en).


     

     


     



    Kerstmis.

    Gelukkig Nieuwjaar !






    Twitter Share
    Dutch exercise "Winter activities" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
    Click here to see the current stats of this Dutch test

    Please log in to save your progress.


    Click on letters between brackets to build correct words. Click on the box to start again. A tip in the grey box.


    De ( )   [w...] begint op 21 december en eindigt op 20 maart.
    Het is ( )   [i...] !
    De ( )   [te...] zijn onder nul : ze zijn negatief.
    Het ( )   [v...].
    Jan gaat ( )   [ij...].
    Het ( )   [s...].
    De kinderen maken een ( )   [sn...].
    Ze gooien ( )   [sn...]. Het is zo leuk !
    Papa trekt de ( )   [s...].
    We kunnen ook in de bergen ( )   [s...].
    Sommigen gaan liever ( )   [la...].
    Brr het is koud ! Ik draag een warme ( )   [wi...] en ook ( )   [ha...] of ( )   [w...].
    Ik draag nog een ( )   [s...] rond mijn hals.
    Ik draag ook ( )   [l...] aan mijn voeten.
    Iedereen viert ( )   [K...] en iedereen wenst een gelukkig ( )   [Ni...] !









    End of the free exercise to learn Dutch: Winter activities
    A free Dutch exercise to learn Dutch.
    Other Dutch exercises on the same topics : The weather | Nature | All our lessons and exercises