Learn dutch 100% free
Log in!

Click here to log in
New account
Several accounts created on all our sites.
JOIN our free club and learn for free now!

  • Home
  • Report a bug


  •  


    Learn Dutch > Dutch lessons and exercises > Dutch test #55341
    > Other Dutch exercises on the same topic: Present participle [Change theme]
    > Similar tests: - Temps primitifs-classement par groupes - Past participles-Housework - Primitive tenses - Past participle - Past participle - Past participle - Past participle - Past participles-Holidays
    > Double-click on words you don't understand


    Past participles






    Twitter Share
    Dutch exercise "Past participles" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
    Click here to see the current stats of this Dutch test

    Please log in to save your progress.


    1. Ze heeft gisteren een ongeval (zien).

    2. Hij heeft me een school in de stad (aanraden).

    3. Mijn broer heeft een been (breken).

    4. We hebben toen veel wafels (eten¨.

    5. Ze heeft de hele dag (fietsen).

    6. Ik heb een uur (zwemmen).

    7. Hij heeft aan de deur (kloppen).

    8. Ik ben van de zomer op reis (gaan).

    9. Ik heb hem gisteren in de stad (ontmoeten).

    10. Ik heb ze heel keurig (vinden).










    End of the free exercise to learn Dutch: Past participles
    A free Dutch exercise to learn Dutch.
    Other Dutch exercises on the same topic : Present participle | All our lessons and exercises