> Other Dutch exercises on the same topic: Negation [Change theme]
	> Similar tests: - Negations - Negation : al - Negation-geen / niet? - Negation-geen / niet - Negation-niet - Negation-geen - Negation-geen / niet? - Negation-geen / niet?
	> Double-click on words you don't understand

Negation

Add negations. Write the full sentence.

Twitter Share
Dutch exercise "Negation" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. We hebben veel geld.

2. Het gaat goed met haar zoon.

3. De leerlingen moeten in het Nederlands spreken.


4. Paula verdient veel in de winkel.

5. Ze gaan elke vrijdag naar de bioscoop.

6. Het concert zal om 8 uur beginnen.

7. Tom ziet zijn ouders vaak.

8. Dat is een cadeau voor zijn moeder.

9. Mijn ouders hebben mijn telefoon nodig.

10. Ik weet alles over hem.