> Other Dutch exercises on the same topics: Pronouns | Relative sentences [Change theme]
	> Similar tests: - Relative clauses - Relative pronouns - Subordinate clauses - Relative clauses (2) - Relative pronouns - Relative pronouns - Relative pronouns - Relative pronouns
	> Double-click on words you don't understand

Relative sentences (4)

Twitter Share
Dutch exercise "Relative sentences (4)" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

Click on words to build sentences. Click on boxes to start again.


1.

ingevulde

moeten

afgegeven.

door

De

bediende

worden

kandidaten

de

aan

formulieren

de

2.

De

die

daar

zoon

mijn

aankomt

jongste

is

jongen

niet.

3.

in

stembanden

brengt

lucht

uit

de

komende

longen

de

De

trilling.

4.

langs

hond.

dame

met

Een

haar

dertigjarige

daar

komt

5.

werd

door

tuin

hoorden

In

de

die

muziek

aangebracht.

vrolijke

de

wind

we

de

6.

jaar

lessen

geven

zal

volgend

leraar

vanaf

?

die

ons

je

Ken

Engelse

onze

7.

kamers

Het

door

badkamers.

heeft

twee

vier

huis

gekochte

en

ons

8.

u

we

te

door

hebben.

op

morgen

geven

De

moeten

informatie

9.

vraagt

kind

een

zal

dat

moeten

Het

boekhandelaar

bestellen.

de

boek

10.

aangetrokken.

staand

Een

op

heeft

boek

aadacht

mijn

wit

rek

een