> Other Dutch exercises on the same topics: Conjunctions | Subordinate clauses [Change theme]
	> Similar tests: - Relative clauses - Subordinate clauses - Subordinate clauses - Toen / als? - Subordinate clauses - Relative clauses (2) - Linking words - Infinitive clauses
	> Double-click on words you don't understand

Subordinate clauses

Add the correct conjunction.

Twitter Share
Dutch exercise "Subordinate clauses" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. Vader keek naar zijn zoon hij hem niet kende.

2. Geert was blij ze eindelijk de auto terugvonden.

3. Ik herinner me we samen gingen kamperen.

4. We gingen naar Oostende kamperen ik klein was.

5. Lea en Peter waren al vijftien, Sonia net veertien was geworden.

6. Ze begrepen niet het was gebeurd !

7. Het leek hij op een eiland was.

8. Zijn hand trilde hij de deur opende

9. De directeur komt niet hij op reis is.

10. De deurbel ging ik telefoneerde.