> Other Dutch exercises on the same topic: Adverbs [Change theme]
	> Similar tests: - Adverbs - Adverbs: where shall I put it - Pronominal adverbs - Pronominal adverbs - Pronominal adverbs - Personal pronouns/Pronominal adverbs - Pronominal adverbs - Pronominal adverbs
	> Double-click on words you don't understand

Zelf /zelfs ?

Twitter Share
Dutch exercise "Zelf /zelfs ?" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. De directeur heeft zelfszelfI don't know die klant opgebeld.

2. Hij heeft zijn ring verloren. Hij is zelfzelfsI don't know in de keuken gaan kijken.

3. Morgen moet Lea zelfszelfI don't know voor alles zorgen : haar ouders gaan op reis en ze zal alleen zijn.

4. Ga je zelfzelfsI don't know die kaartjes klasseren of moet ik je helpen ?

5. Ze willen alles zien en bezoeken zelfzelfsI don't know musea.

6. De kinderen zijn groot genoeg en dekken zelfszelfI don't know de tafel.

7. De kinderen helpen hun moeder en dekken zelfszelfI don't know de tafel.

8. De bediende is afwezig.De directeur moet al het werk doen en zelfszelfI don't know naar de bank gaan.

9. De directeur heeft geen vertrouwen in zijn bedienden en gaat zelfzelfsI don't know naar de bank.

10. Onze hond is verdwenen en mijn vader is zelfzelfsI don't know naar Antwerpen geweest om hem te zoeken.