Netherlands (38)

 Nederland werd na de Tweede Wereldoorlog opnieuw 'opgedeeld' in de verschillende zuilen, in de wereldpolitiek voltrok zich ook een duidelijke scheiding. De Sovjet-Unie, die een belangrijke bijdrage had geleverd aan de overwinning op nazi-Duitsland, betrok de landen die het had bevrijd in zijn invloedssfeer. De andere bevrijders Amerika, Engeland en Frankrijk reageerden daarop door West-Duitsland economisch en financieel te steunen en op te nemen in het westerse bondgenootschap. Berlijn was het slagveld waarop de 'Koude Oorlog' , zoals men de strijd tussen Oost en West noemde , werd uitgevochten. Om de dreiging vanuit het 'Oostblok' het hoofd te bieden werd in 1949 de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) opgericht. Ook Nederland trad toe tot de NAVO en nam daarmee definitief afscheid van de neutraliteitspolitiek, die sinds 1839 de kern van het Nederlands buitenlands beleid had gevormd.

Nederland is betrokken geweest bij de oprichting van diverse internationale organisaties, zoals de VN en de NAVO. In 1948 werd ook op economisch gebied samenwerking gezocht en gevonden in de oprichting van de Benelux: een douane-unie tussen Nederland, België en Luxemburg. Deze drie landen plus Frankrijk, Duitsland en Italië besloten in 1957 tot de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG). Op 1 januari 1958 trad hiertoe het Verdrag van Rome in werking. Met de vorming van de EEG werd beoogd, zoals in artikel 2 van het EEG-verdrag te lezen is: “de harmonische ontwikkeling van de economische activiteit binnen de gehele Gemeenschap, een gestadige en evenwichtige expansie, een grotere stabiliteit, een toenemende verbetering van de levensstandaard en nauwere betrekkingen tussen de in de Gemeenschap verenigde staten”. Binnen de EEG zou een gemeenschappelijk markt tot stand komen alsmede een algemeen landbouwbeleid. In 1973 traden Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk toe, in 1981 gevolgd door Griekenland en in 1986 door Spanje en Portugal. Oostenrijk, Finland en Zweden traden in 1995 toe tot de Europese Unie (EU). Na de val van de Berlijnse Muur in 1989 en de daarop volgende democratisering van de Oostblok-landen zijn er in 2004 acht landen uit het voormalige Oostblok (Estland, Letland, Lithouwen, Polen, Hongarije, Tsjechie, Slovakije en Slovenië) + Malta en Cyprys lid geworden van de Europese Unie (EU). In 2007 traden Bulgarije en Roemanië toe tot de EU. Met deze uitbreiding van de Europese Unie wordt een al sinds de veertiende eeuw levend Europees ideaal verwezenlijkt.