> Other Dutch exercises on the same topic: | Past [Change theme]
	> Similar tests: - Temps primitifs-classement par groupes - Present perfect - Primitive tenses - Compound tenses-auxiliaries - Present perfect - Past Perfect - Present perfect - Imperfect-Zijn / Hebben
	> Double-click on words you don't understand

Imperfect-irregular

Twitter Share
Dutch exercise "Imperfect-irregular" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. Peter (blijven) thuis.

2. Sonia (gaan) met de auto naar de apotheek.

3. Het kind (roepen) op zijn moeder.

4. De beroemde filmster (kopen) een kostbare ring.

5. Moeder (ontvangen) een mooi cadeau.

6. De leerling (lopen) naar school.

7. Waarom (zijn) je gisteren afwezig ?

8. De kinderen (drinken) graag melk.

9. Ik (weten) het niet.

10. Peter (binden) het pakje op zijn fiets.