> Other Dutch exercises on the same topics: Adjectives | Nouns [Change theme]
	> Similar tests: - Adjectives - Plural 2:-S - Numbers - Adjectives - Possessive adjectives - Adjectives - Om te/voor - Adjectives
	> Double-click on words you don't understand

Adjectives used as nouns

Twitter Share
Dutch exercise "Adjectives used as nouns" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. Ze vieren hun veertigste verjaardag. De jarigenjarigenjarigI don't know krijgen mooie cadeautjes.

2. Weet je dat de (groen) groenengroengroenenI don't know met de regering zullen moeten werken ?

3. Wil je een groot of een klein kopje koffie ? Een kleinkleinenkleineI don't know.

4. De slimsteslimstslimstenI don't know moeten toch ook studeren.

5. De gezonde mensen moeten de ziekenziekziekeI don't know helpen.

6. Welke appels wil je kopen ? De dikstendikstedikstI don't know.

7. Twee kinderen zitten te lezen; de grootstegroostgrootstenI don't know helpt

8. de kleinstkleinstekleinstenI don't know.

9. Alle aanwezigeaanwezigenaanwezigI don't know bij de bruiloft zullen een foto krijgen.

10. Jullie hebben de gemakkelijke testen afgemaakt; nu moeten jullie de mœilijkstenmœilijkstemœilijkstI don't know proberen.