Learn dutch 100% free
Log in!

Click here to log in
New account
Several accounts created on all our sites.
JOIN our free club and learn for free now!

  • Home
  • Report a bug


  •  


    Learn Dutch > Dutch lessons and exercises > Dutch test #91210





    > Other Dutch exercises on the same topic: The house [Change theme]
    > Similar tests: - House - Living room - Kitchen - Bathroom - House - Garden - Past participles-Housework - Furniture
    > Double-click on words you don't understand


    Home stuff


    Linnen

    1. Voor de kamer

    het/de dekbedovertrek
    de/het sloop
    het dekbed
    het hoofdkussen
    de dekbedovertrekset
    de deken
    het laken
    het hoeslaken
    het /de overtrek

    2. Voor de badkamer

    het/de dekselovertrek
    de W.C.-mat
    de badkamerset
    het badtapijt
    de handdoek
    het badlaken
    het washandje

    3. Voor de keuken

    de keukenhanddoek Belgique/Belgium
    de theedoek Images
    de vaatdoek

    4. Voor de eetkamer

    het tafelkleed
    de stoelhoes
    de tafelloper
    de placemat
    de zetelhoes

    5. Overal

    het gordijn
    de gordijnroede
    het hangklaar gordijn
    het gordijnkoord
    de gordijnrail
    de gordijnstof
    de gordijnring

    6. Stof

    de/ het katoen
    het flanel
    de jersey
    het acryl
    de viscose
    de wol
    de zuivere wol

    VUL IN





    Twitter Share
    Dutch exercise "Home stuff" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
    Click here to see the current stats of this Dutch test

    Please log in to save your progress.


    Click on letters between brackets to build correct words. Click on the box to start again. A tip in the grey box.


    1. Het ( )   [d...] is speciaal behandeld tegen huisstofmijt, bacteriën en schimmels.

    2. Deze ( )   [ke...] met ophangring is zeer praktisch.

    3. Mia heeft een ( )   [ha...] gekocht; zo moet ze niet naaien. (2 words)

    4. Deze deken in 100 % ( )   [zu...] is mooi en warm ! (2 words)

    5. De ( )   [ba...] heeft een antislip keerzijde in latex.

    6. In de winter leg ik op mijn bed een ( )   [de...] in flanel.

    7. Dat ( )   [d...] bestaat in twee versies : één voor de winter en één voor de zomer.

    8. In de keuken gebruik ik een ( )   [t...] voor het afwassen.

    9. Deze ( )   [b...] is heel comfortabel.

    10. Steeds meer mensen leggen op hun bed een ( )   [de...] in plaats van een deken.










    End of the free exercise to learn Dutch: Home stuff
    A free Dutch exercise to learn Dutch.
    Other Dutch exercises on the same topic : The house | All our lessons and exercises