> Other Dutch exercises on the same topics: Adjectives | General [Change theme]
	> Similar tests: - Adjectives - Numbers - Adjectives - Adjectives - Possessive adjectives - Possessive adjectives - Adjectives - Superlatives
	> Double-click on words you don't understand

Adjectives

Twitter Share
Dutch exercise "Adjectives" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. Mia heeft een (raar) stem want ze heeft keelpijn.

2. De (dik) wolken zijn grijs.

3. Die (knap) jongen is mijn vriend.

4. Een (ver) nicht woont nu in de V.S.

5. Ik houd niet van(groot) steden.

6. De Stationsstraat is een zeer (druk) straat.

7. Die (gek) man is niet gevaarlijk.

8. De (virtueel) universiteit bestaat uit computers, modems, websites, enz.

9. Ik moest een cadeau kopen maar ik verliet de winkel met (leeg) handen

10. De studente logt in op de website van haar (digitaal) klas.