> Other Dutch exercises on the same topic: | Past [Change theme]
	> Similar tests: - Temps primitifs-classement par groupes - Present perfect - Primitive tenses - Compound tenses-auxiliaries - Present perfect - Past Perfect - Present perfect - Imperfect-Zijn / Hebben
	> Double-click on words you don't understand

Imperfect

Twitter Share
Dutch exercise "Imperfect" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. De wedstrijd (beginnen) juist.

2. Jan (blijven) twee uur wachten.

3. Ik (geven) haar een cadeautje.

4. De kinderen (helpen) vader in de tuin.

5. Mia (lachen) met de andere bedienden.

6. Het boek van Pieter (liggen) op de keukentafel.

7. Vader (steken) het geld in zijn zak.

8. De leraar (verbieden) de kinderen te spreken.

9. Op de boot (worden) veel mensen ziek.

10. Al de kinderen (zoeken) naar de paaseieren in de tuin.