> Other Dutch exercises on the same topics: Pronouns | Relative sentences [Change theme]
	> Similar tests: - Relative clauses - Relative pronouns - Subordinate clauses - Relative clauses (2) - Relative pronouns - Relative pronouns - Relative pronouns - Relative pronouns
	> Double-click on words you don't understand

Relative pronouns

Twitter Share
Dutch exercise "Relative pronouns" created by ilona2 with The test builder. [More lessons & exercises from ilona2]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. Wat vindt u van het museum diedatI don't know we vorige week samen hebben bezocht?

2. De botanische tuin datdieI don't know ik graag zou willen bezoeken, ligt ver weg ergens in Leiden.

3. De oefeningen diedatI don't know ik moest maken, waren tamelijk mœilijk.

4. Hoeveel kost het T-shirt datdieI don't know je wilt kopen?

5. De hond diedatI don't know steeds bij Yneke's huis komt, lijkt nogal ziek.

6. Het horloge datdieI don't know ik voor Kerstmis gekregen heb, loopt iets achter.

7. Het huis datdieI don't know Marjan gekocht heeft, staat in Lelystad.

8. De printer datdieI don't know bij deze computer zat, werkt niet meer.

9. Het mobieltje diedatI don't know Martijn gevonden had, was gebroken.

10. Kende je al deze oude vriend van ons datdieI don't know je op mijn verjaardag ontmoet hebt?