Learn dutch 100% free
Log in!

Click here to log in
New account
Several accounts created on all our sites.
JOIN our free club and learn for free now!

  • Home
  • Report a bug


  •  


    Learn Dutch > Dutch lessons and exercises > Dutch test #103817





    > Other Dutch exercises on the same topics: Adjectives | Pronouns | Quantities [Change theme]
    > Similar tests: - Adjectives - Numbers - Indefinite pronouns - Quantities - Adjectives - Possessive adjectives - Adjectives - Adjectives
    > Double-click on words you don't understand


    Alle, hele, alles, al...


    Quelques variantes et quelques exemples :


    AL

    Al de katten hebben hun brokjes gegeten.

    Al die poesjes zijn schattig.

    Al mijn katten worden gevaccineerd.

    ALLE

    Alle katten hebben snorharen.

    Hij trekt met alle kracht aan de staart van de kat.

    ALLE

    ALLEN

    Alle likken zichzelf schoon.

    Allen willen de poesjes aaien.

    ALLESIn deze winkel vind je alles wat een kat nodig heeft.
    ALLEMAALDe katten vangen allemaal vogeltjes.
    HEEL

    De kat is heel de nacht buiten gebleven.

    De kat is de hele nacht buiten gebleven.

    HELEMAAL

    De kat is helemaal genezen.

    De kat is helemaal niet genezen.

                                                                 

                                                                                                                 





    Twitter Share
    Dutch exercise "Alle, hele, alles, al..." created by rejane with The test builder. [More lessons & exercises from rejane]
    Click here to see the current stats of this Dutch test

    Please log in to save your progress.


    1. Sst, de baby slaapt! Jullie moeten nu even zwijgen.

    2. Ze was in staten toen ze wist dat haar dochter zwanger was.

    3. Hoe we elkaar hebben ontmoet... Het is een geschiedenis!

    4. Ze gelooft wat ze in de roddelbladen leest.

    5. Het regende en ik zat de dag te computeren.

    6. Al het brood is op maar winkels zijn gesloten.

    7. Door de chemotherapie heeft hij zijn haar verloren.

    8. De medicatie heeft de kankercellen doen afsterven.

    9. dachten dat hij dood was terwijl hij in het buitenland reisde.

    10. Ja, het land lijdt onder de economische crisis.

    11. De vakbonden zijn het eens om te staken.

    12. Om ons doel te bereiken zijn oplossingen goed.

    13. Onze ploeg heeft de wedstrijden gewonnen. Gefeliciteerd!

    14. Bij nacht zijn katjes grauw.

    15. Ik maak de oefeningen die op deze site verschijnen.










    End of the free exercise to learn Dutch: Alle, hele, alles, al...
    A free Dutch exercise to learn Dutch.
    Other Dutch exercises on the same topics : Adjectives | Pronouns | Quantities | All our lessons and exercises