Learn dutch 100% free
Log in!

Click here to log in
New account
Several accounts created on all our sites.
JOIN our free club and learn for free now!

  • Home
  • Report a bug


  •  


    Learn Dutch > Dutch lessons and exercises > Dutch test #105138
    > Other Dutch exercises on the same topics: Relative sentences | Subordinate clauses [Change theme]
    > Similar tests: - Relative clauses - Subordinate clauses - Relative pronouns - Subordinate clauses - Subordinate clauses - Relative clauses (2) - Infinitive clauses - Relative pronouns
    > Double-click on words you don't understand


    Relative clauses


    Relative clauses



    Twitter Share
    Dutch exercise "Relative clauses" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
    Click here to see the current stats of this Dutch test

    Please log in to save your progress.


    1. Het kopje, Janneke altijd gebruikt, is kapot.

    2. Onze vrienden, we naar het station brachten, hadden twee dagen bij ons gelogeerd.

    3. De vrouwen de kinderen op reis zijn, zijn ongerust.

    4. Kijk! Die grote boom de blaren vallen, lijkt ziek te zijn.

    5. Mijn vriend heeft Nederland bezocht. Het is een land hij uren kan praten.

    6. Jan is een slechte leerling en zijn directeur weet niet hij met hem moet doen.

    7. Waar is die brief de secretaresse moet antwoorden?

    8. Heb je het ei gegeten, ik klaargemaakt heb?

    9. De journalist ik stond te praten wist niets van de zaak.

    10. De deur, openstaat, is die van mevrouw Ketels.










    End of the free exercise to learn Dutch: Relative clauses
    A free Dutch exercise to learn Dutch.
    Other Dutch exercises on the same topics : Relative sentences | Subordinate clauses | All our lessons and exercises