Learn Dutch > Dutch lessons and exercises > Dutch test #105623

	> Other Dutch exercises on the same topic: Conjunctions [Change theme]
	> Similar tests: - Toen / als? - Linking words - Toen / Als - Daarna, na / nadat? - Als, dan / toen? - Subordinate clauses - Subordinate clauses - Conjunctions
	> Double-click on words you don't understand

Conjunctions

Twitter Share
Dutch exercise "Conjunctions" created by ilona2 with The test builder. [More lessons & exercises from ilona2]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. De kinderen liepen snel zij op tijd wilden aankomen.

2. Jullie moeten Oostende eens bezoeken jullie naar Belgïe gaan.

3. Buitenlanders mogen stemmen ze al vijf jaar in Nederland wonen.

4. ik een bad genomen had, ging ik naar bed.

5. Jeroen´s ouders vragen zich af hij het leuk vind in Ameland.

6. Marieke klein was, schaatste zij dikwijls op de grachten.

7. Dat zal ik nooit doen dat is te gevaarlijk.

8. ik je geheim weet, ben ik gerust.

9. Waarom deed Martijn hij ziek was?

10. gewoonlijk zullen we zaterdag in het restaurantje dineren met onze vrienden.

End of the free exercise to learn Dutch: Conjunctions
A free Dutch exercise to learn Dutch.
Other Dutch exercises on the same topic : Conjunctions | All our lessons and exercises