Learn dutch 100% free
Log in!

Click here to log in
New account
Several accounts created on all our sites.
JOIN our free club and learn for free now!

  • Home
  • Report a bug


  •  


    Learn Dutch > Dutch lessons and exercises > Dutch test #25010





    > Other Dutch exercises on the same topic: The house [Change theme]
    > Similar tests: - House - Living room - Kitchen - Bathroom - House - Garden - Past participles-Housework - Furniture
    > Double-click on words you don't understand


    Home


     

      

    The house (Het huis)
     
    = het dak
    = de dakpan
    = de schoorsteen
    = de muren
     het raam
    = de ruit
    = het gordijn
    = het rolluik
    = de deur
    = het slot
    = de sleutel
    = de deurbel
    = de zolder
    = de slaapkamer
    = het bed
    = de badkamer
    = het bad
    = de douche
    = de wastafel
    = de keuken
    = de gootsteen
    = het fornuis
    = de koelkast
    = de eetkamer
    = de tafel
    = de stoel
    = het salon
    = de leunstoel (en Belgique : de zetel)
    = de bank
    = de salontafel
    = de haard
    = de ingang / de hal
     










    Twitter Share
    Dutch exercise "Home" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
    Click here to see the current stats of this Dutch test

    Please log in to save your progress.


    De familie Janssens heeft een nieuw gekocht. Op het gelijkvloers vindt u de hal, de en het salon. Boven zijn er drie . Er is ook een met douche. Het huis heeft een dak van rode De ligt naast het salon. Alle kamers hebben een Om naar de slaapkamers te gaan, moet u de opgaan. De keuken ziet uit op de . Naast de deur vindt u de . Alle ramen hebben . Boven de slaapkamers is er nog een








    End of the free exercise to learn Dutch: Home
    A free Dutch exercise to learn Dutch.
    Other Dutch exercises on the same topic : The house | All our lessons and exercises