> Other Dutch exercises on the same topic: Present participle [Change theme]
	> Similar tests: - Temps primitifs-classement par groupes - Past participles-Housework - Primitive tenses - Past participle - Past participle - Past participle - Past participle - Past participles-Holidays
	> Double-click on words you don't understand

Past participles

Twitter Share
Dutch exercise "Past participles" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. Elk jaar wordt er in onze stad een filmfestival (houden).

2. De leider is om 14 uur (aankomen).

3. De naam van het product staat niet op de verpakking (schrijven).

4. Ze is de laatste tijd heel mager (worden).

5. De douanier heeft onze bagage goed (onderzoeken).

6. Heleens haar is kunstig (vlechten).

7. Die man heeft alles (opofferen) opdat zijn zoon aan de universiteit zou kunnen studeren.

8. Ze heeft me aan haar vader (voorstellen).

9. Hij heeft de moderne talen grondig (leren).

10. We hebben een mœilijke taak (ondernemen).