Learn dutch 100% free
Log in!

Click here to log in
New account
Several accounts created on all our sites.
JOIN our free club and learn for free now!

  • Home
  • Report a bug


  •  


    Learn Dutch > Dutch lessons and exercises > Dutch test #37478





    > Other Dutch exercises on the same topics: Countable & uncountable nouns | Pronouns [Change theme]
    > Similar tests: - Al... - Indefinite adjectives - Indefinite adjectives & pronouns - Indefinite - Heel/al... - Indefinite pronouns
    > Double-click on words you don't understand


    'het'


    « HET ».

    1.

    >Vondel was een groot dichter. Hij was ook een man uit één stuk.

    2.

    >Ik weet het niet.

    >Ik begrijp het.

    >Ik geloof het niet.

    >Ik verzeker het u.

    >Wilt u het nog eens zeggen ?

    3. 

    >Hoe maakt u het ?

    >We zijn het eens.

    >Ik heb het koud.

    4. 

    >Ik vind het jammer, dat je niet kan komen.

    >Ik betreur het dat hij morgen niet komt.

    1. Het is koud vandaag.
    2. Het is leuk dat de vakantie begint.



    Exercise: build these sentences.








    End of the free exercise to learn Dutch: 'het'
    A free Dutch exercise to learn Dutch.
    Other Dutch exercises on the same topics : Countable & uncountable nouns | Pronouns | All our lessons and exercises