Learn Dutch > Dutch lessons and exercises > Dutch test #40531

	> Other Dutch exercises on the same topic: Conjunctions [Change theme]
	> Similar tests: - Toen / als? - Linking words - Toen / Als - Daarna, na / nadat? - Als, dan / toen? - Subordinate clauses - Subordinate clauses - Conjunctions
	> Double-click on words you don't understand

Conjunctions

Twitter Share
Dutch exercise "Conjunctions" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. Thuis was ik af, mijn broer afdroogt.

2. Ze knipte het licht aan, het licht van het vuur onvoldoende was.

3. De klepel slaat tegen de klok, luide klanken ontstaan.

4. had hij broers en zusjes, hij was toch meestal alleen.

5. Floris wilde eerst overleggen met zijn vriend, hij een beslissing nam.

6. De juf zei iedereen weer op zijn plaats moest gaan zitten.

7. Het treinongeval gebeurde het zo veel regende.

8. je iemand te veel geeft of helpt, wordt hij vaak ondankbaar.

9. Waar kan ik die brief uithangen, hij hem kan lezen.

10. Hij zat altijd zonder geld, hij goed betaald werd.

End of the free exercise to learn Dutch: Conjunctions
A free Dutch exercise to learn Dutch.
Other Dutch exercises on the same topic : Conjunctions | All our lessons and exercises