> Other Dutch exercises on the same topics: Contractions | How words are built [Change theme]
	> Similar tests: - Diminutive words - Build these words (1) - Building words (2) - Easy sentences - Diminutive words - Adjectives - Diminutive words - Diminutive words
	> Double-click on words you don't understand

Diminutives

Questions 1, 3 & 6: add articles

Twitter Share
Dutch exercise "Diminutives" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. Hier is de lijst met de boodschappen die je moet doen.

2. Clara prees haar broer toen hij zijn eigen naam schreef.

3. De brug rust op houten palen.

4. Het lam sabbelde aan mijn hand.

5. Er stonden mooie meubel in het huis.

6. Het is een schandaal dat de oude vrouw beroofd is.

7. Hij ging op weg naar het station na een telefoon om te vragen hoe laat de trein vertrok.

8. Het houten schip danst zacht op en neer met de deining van de Noordzee.

9. Heb je al die boek al gelezen ?

10. Er zitten putten in de houten tafel.