> Other Dutch exercises on the same topics: Idioms | Prepositions [Change theme]
	> Similar tests: - Prepositions - Zijn - Prepositions - Prepositions - Om te/voor - Verbs + Prepositions - Idioms containing prepositions - Daarna, na / nadat?
	> Double-click on words you don't understand

Idioms - Prepositions

Twitter Share
Dutch exercise "Idioms - Prepositions" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. De hoofdstad vaninvoorI don't know België is Brussel.

2. Wij studeren Nederlands innaarbijI don't know de Kamer van Handel en Nijverheid.

3. Een secretaresse werkt vanoptegenI don't know kantoor.

4. Vanavond gaan we innaaropI don't know de cinema.

5. Om half twee zitten de studenten bovenbenedeninI don't know de klas.

6. Schrijf je naam inopnaarI don't know het bord.

7. We gaan op bezoek voortegenbijI don't know vrienden.

8. De professor woont ver naastinvanI don't know de universiteit.

9. We gaan innaaromI don't know 21 u naar huis.

10. We hebben les opinbovenI don't know maandag en woensdag.

11. Sommige studenten komen nooit aanopinI don't know tijd.

12. Geef het boek opinaanI don't know de lerares.

13. Wat zegt de man bovenintegenI don't know zijn vrouw ?

14. benedenInbovenI don't know de klas leren we Nederlands spreken.

15. Jan, waar ben je ? bijnaarInI don't know de badkamer !

16. Ga je vanavond mee tegennaarbovenI don't know het park ?

17. Hier is het park. Nu wandelen we tegenbenedendoorI don't know het park

18. NaBovenBenedenI don't know de pauze hebben we nog een uur les.

19. TijdensVoorInI don't know de pauze gaan de studenten vaak naar beneden.