> Other Dutch exercises on the same topic: The house [Change theme]
	> Similar tests: - House - Living room - Kitchen - Bathroom - House - Garden - Past participles-Housework - Furniture
	> Double-click on words you don't understand

Actions in a house

Twitter Share
Dutch exercise "Actions in a house" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. Moeder zet koffie voor het ontbijt. In de badkamer.In de keuken.In de slaapkamer.In de woonkamer. I don't know

2. Cindy neemt een bad. In de badkamer.In de keuken.In de slaapkamer.In de woonkamer. I don't know

3. We luisteren naar de radio. In de badkamer.In de keuken.In de slaapkamer.In de woonkamer. I don't know

4. Mijn ouders slapen in een groot bed. In de badkamer.In de keuken.In de slaapkamer.In de woonkamer. I don't know

5. We spelen voor de televisie. In de badkamer.In de keuken.In de slaapkamer.In de woonkamer. I don't know

6. Bartje is bezig zijn tanden te poetsen. In de badkamer.In de keuken.In de slaapkamer.In de woonkamer. I don't know

7. Vader schrijft een brief; zijn bureau is niet in de woonkamer. In de badkamer.In de keuken.In de slaapkamer.In de woonkamer. I don't know

8. De kinderen dekken de tafel maar niet in de keuken. In de badkamer.In de keuken.In de slaapkamer.In de woonkamer. I don't know

9. Moeder bakt een brood. In de badkamer.In de keuken.In de slaapkamer.In de woonkamer. I don't know

10. Vader scheert zich elke morgen. In de badkamer.In de keuken.In de slaapkamer.In de woonkamer. I don't know

11. Waar neemt men een douche ? In de badkamer.In de keuken.In de slaapkamer.In de woonkamer. I don't know

12. De ouders en hun gasten drinken een aperitief. In de badkamer.In de keuken.In de slaapkamer.In de woonkamer. I don't know