> Other Dutch exercises on the same topics: Beginners | Buying in a shop [Change theme]
	> Similar tests: - Janssens (17)- Railway station - Janssens (16)- In a shop - Dialogue : Post - Dialogue : Subscription - Dialogue : Baker's - Sales - Janssens (21)- Clothes shop - Shops
	> Double-click on words you don't understand

Shopping

Boodschappen doen.

Vandaag gaan we naar de supermarkt.

de winkel	de supermarkt	de portemonnee
In onze straat zijn vijf winkels	en een supermarkt.	In een portemonnee vind je munten.
de winkelier	de verkoper	de klant
De bakker en de slager zijn winkeliers.	De verkoper geeft niets gratis.	De klant moet de prijs van de boodschappen betalen.
de prijs	het geld	het wisselgeld
De prijzen zijn dikwijls te hoog.	Het geld bestaat uit biljetten en munten.	Ik heb meestal wisselgeld in mijn portemonnee.

Twitter Share
Dutch exercise "Shopping" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. De bakker is een klantwinkelierI don't know.

2. Hoeveel huizenwinkelsI don't know zijn er in je buurt ?

3. Waar zit het wisselgeld ? In een portefeuilleIn een portemonneeI don't know

4. Het geld bestaat uit munten en papierbiljettenI don't know.

5. De prijzenwisselgeldI don't know zijn te hoog voor mij.

6. In een winkelsupermarktI don't know vind je van alles.

7. In mijn portefeuille heb ik muntenbiljettenI don't know.

8. In mijn portemonnee zitten biljettenmuntenI don't know.