Learn Dutch > Dutch lessons and exercises > Dutch test #64250

	> Other Dutch exercises on the same topic: Adverbs [Change theme]
	> Similar tests: - Adverbs - Pronominal adverbs - Pronominal adverbs - Pronominal adverbs - Personal pronouns/Pronominal adverbs - Pronominal adverbs - Comparatives of superiority - Pronominal adverbs
	> Double-click on words you don't understand

Adverbs: where shall I put it

Dat werk	is	niet	goed.
Dat meisje	gaat	al	naar school.
		nog
		nu
		ook
		toch
		weer

De direkteur	kent	die klant	niet
			al
			nog
			nu
			ook
			toch
			weer

Die jongen	heeft	geen	-	les.
		al	een
		nog
		nu
		ook
		toch
		weer

Add adverbs between brackets. Rewrite sentences.

Twitter Share
Dutch exercise "Adverbs: where shall I put it" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. Vader schrijft brieven (nog).

2. Piet heeft honger (weer).

3. De kinderen wandelen in de stad (nog).

4. Willen ze dat huis verkopen (nog) ?

5. Ken je haar nieuw adres (al) ?

6. Jan moet een krant kopen voor zijn vader (ook).

7. Volgende week zullen we met vakantie gaan (weer).

8. Ik heb twee zussen (ook) .

9. Heb je iets nodig (nog) ?

10. De fles melk staat in de koelkast (ook).

End of the free exercise to learn Dutch: Adverbs: where shall I put it
A free Dutch exercise to learn Dutch.
Other Dutch exercises on the same topic : Adverbs | All our lessons and exercises