Learn dutch 100% free
Log in!

Click here to log in
New account
Several accounts created on all our sites.
JOIN our free club and learn for free now!

  • Home
  • Report a bug


  •  


    Learn Dutch > Dutch lessons and exercises > Dutch test #64853
    > Other Dutch exercises on the same topic: Present participle [Change theme]
    > Similar tests: - Temps primitifs-classement par groupes - Past participles-Housework - Primitive tenses - Past participle - Past participle - Past participle - Past participle - Past participles-Holidays
    > Double-click on words you don't understand


    Past participles


    Past participles



    Twitter Share
    Dutch exercise "Past participles" created by anonyme with The test builder.
    Click here to see the current stats of this Dutch test

    Please log in to save your progress.


    1. Oma heeft een glas (breken).

    2. Zaterdag hebben we in het zwembad (zwemmen).

    3. Mijn neven zijn heel vlug naar het bos (lopen).

    4. Mijn penvriendin is thuis (komen).

    5. De zon heeft de hele week (schijnen).

    6. Na het tochtje heb ik mijn fiets (wassen).

    7. Moeder heeft pannekoeken voor de maaltijd (bakken).

    8. Els heeft de wedstrijd van haar club (winnen).

    9. De kleine kinderen hebben veel (slapen).

    10. De leerlingen hebben de les (begrijpen).










    End of the free exercise to learn Dutch: Past participles
    A free Dutch exercise to learn Dutch.
    Other Dutch exercises on the same topic : Present participle | All our lessons and exercises