Learn Dutch > Dutch lessons and exercises > Dutch test #86978

	> Other Dutch exercises on the same topics: Conjunctions \| Subordinate clauses [Change theme]
	> Similar tests: - Relative clauses - Subordinate clauses - Subordinate clauses - Toen / als? - Subordinate clauses - Relative clauses (2) - Linking words - Infinitive clauses
	> Double-click on words you don't understand

Toen / als

Twitter Share
Dutch exercise "Toen / als" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. de directeur de zaak ging bepraten, bleek dat het uiteindelijk niet ging.

2. ze de tunnel inreden, stak ze haar grote lichten aan.

3. de schapen naar de boerderij gaan, komen ze die straat door.

4. Pol weg was, ging Claudia slapen.

5. de directeur de kantoren aan de klanten laat zien, is het om hun vertrouwen te wekken

6. de anderen thuis waren gekomen, zei Peter dat Jan ziek was.

7. ik bezig ben, moet u de deur gaan openen, zegt de directeur tegen zijn secretaresse.

8. de automobilisten vertrekken, moeten ze goed uitkijken.

9. je vanaf het terrein rechts de weg oprijdt, ga je in de richting van het dorp.

10. de hond uit zijn bad kwam, was hij zo wit als pas gevallen sneeuw.

End of the free exercise to learn Dutch: Toen / als
A free Dutch exercise to learn Dutch.
Other Dutch exercises on the same topics : Conjunctions | Subordinate clauses | All our lessons and exercises