Learn dutch 100% free
Log in!

Click here to log in
New account
Several accounts created on all our sites.
JOIN our free club and learn for free now!

  • Home
  • Report a bug


  •  


    Learn Dutch > Dutch lessons and exercises > Dutch test #87510
    > Other Dutch exercises on the same topics: Pronouns | Relative sentences [Change theme]
    > Similar tests: - Relative clauses - Relative pronouns - Subordinate clauses - Relative clauses (2) - Relative pronouns - Relative pronouns - Relative pronouns - Relative pronouns
    > Double-click on words you don't understand


    Relative pronouns


     





    Twitter Share
    Dutch exercise "Relative pronouns" created by anonyme with The test builder.
    Click here to see the current stats of this Dutch test

    Please log in to save your progress.


    1. Het boek ik gekocht heb, was duur.

    2. De bestuurder bij het ongeval betrokken was, was dronken.

    3. Hij was verliefd op de vrouw hij voortdurend keek.

    4. Het speelgoed ze dol was, is nu kapot.

    5. De snelheidsduivel door de politie gecontroleerd werd, reed met een snelheid van 180 kilometer per uur.

    6. Zijn dat de films zij zo graag kijkt?

    7. Hij is de man ze alles vertelde.

    8. Dit is de stad hij vandaan komt.

    9. Dit is het appartement wij vroeger woonden.

    10. Hij denkt weer aan het dorp waar hij vorig jaar gegaan is.










    End of the free exercise to learn Dutch: Relative pronouns
    A free Dutch exercise to learn Dutch.
    Other Dutch exercises on the same topics : Pronouns | Relative sentences | All our lessons and exercises