Learn Dutch > Dutch lessons and exercises > Dutch test #94687

	> Other Dutch exercises on the same topics: Pronouns \| Relative sentences [Change theme]
	> Similar tests: - Relative clauses - Relative pronouns - Subordinate clauses - Relative clauses (2) - Relative pronouns - Relative pronouns - Relative pronouns - Relative pronouns
	> Double-click on words you don't understand

Pronominal adverbs

Twitter Share
Dutch exercise "Pronominal adverbs" created by mariebru with The test builder. [More lessons & exercises from mariebru]
Click here to see the current stats of this Dutch test

Please log in to save your progress.

1. Kijk de nieuwe pen ik schrijf, zegt Peter tegen Jan.

2. De tram ik stond te wachten was te laat.

3. De tafel de kat slaapt staat in de tuin.

4. Daar komt de bus Els elke dag naar de Universiteit rijdt.

5. De zomer is het seizoen de mensen met vakantie gaan.

6. Het huis de ruiten gebroken zijn staat te koop.

7. Is Brussel een stad het zeer aangenaam te wonen is ?

8. Mijn zusje lijkt veel op de hond ze vanmorgen heeft gespeeld.

9. Na een operatie heb je soms een looprekje nodig je je kan vasthouden.

10. De kaart alleen de grote steden staan is niet volledig voor mijn huiswerk.

End of the free exercise to learn Dutch: Pronominal adverbs
A free Dutch exercise to learn Dutch.
Other Dutch exercises on the same topics : Pronouns | Relative sentences | All our lessons and exercises